Het vermogen om een brug te slaan tussen enerzijds kinderen en kinderen en jongeren en hun leefwereld[1]en anderzijds de Bijbel en de christelijke traditie (m.n. Die van de gemeente/organisatie waar de jeugdwerker werkt).
De jeugdwerker:
- Heeft inzicht in de rol van de bijbel, de traditie en het eigen geloof, verwoordt deze en verbindt ze met elkaar;
- Weet wat er leeft in de jeugd en hun cultuur en welke ontwikkelingen in de samenleving hen beïnvloeden.
- Analyseert deze en reflecteert daarop vanuit de bijbel en de (eigen) religieuze traditie;
- Verbindt (1) en (2) aan elkaar om de boodschap (van Bijbel/traditie/eigen geloof) zó met kinderen en jongeren te communiceren dat deze relevant wordt voor hen;
- Gaat het gesprek met kinderen en jongeren en volwassenen (ouders, jeugdleiders, predikanten) op respectvolle wijze aan.